Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], O [29]Sieraad van Israel, op uw [30]hoogten is hij verslagen; hoe zijn de helden gevallen! 29. Alzo noemt hij God, van welken al Israels heerlijkheid en sieraad afkwam. Vergelijk Deut.4:7,8, en Deut.33:29. Anderen duiden het op Saul, of het beloofde land. 30. Te weten, op de bergen van Gilboa [vs.21, en 1 Sam.31:8], die hij Gods hoogten noemt, omdat ze God bijzonderlijk [als in Israel gelegen] toebehoorden.